Focus! … tips voor scherpe foto’s

De basis van fotografie is weten hoe je moet scherpstellen en hoe je licht moet gebruiken(tips over de belichtingsdriehoek hier). Als je de ‘regels’ uit je hoofd kent, word je vanzelf een betere fotograaf. Hierbij geef ik je tips om je op weg te helpen.

De kracht van focus

Het scherpe deel in je foto kan het verschil betekenen tussen een wazige puinhoop en een fotografisch meesterwerk. Scherpte is een van de belangrijkste factoren voor het succes van je compositie. Dus, hoe zorg je ervoor dat je het goed doet? Gelukkig kun je dat leren! Het scherpe deel in je foto trekt als eerste de ogen van de kijker. Je zou kunnen zeggen dat het gebied dat scherp is, het onderwerp van je foto is.

Handmatig of automatisch?

Moderne camera’s zijn uitgerust met een aantal geweldige opties om je te helpen je scherpstelgebied precies goed te krijgen. Je kunt er altijd voor kiezen om handmatig scherp te stellen (M). In sommige gevallen is dat de beste optie. Zelfs de duurdere moderne camera’s hebben hun grenzen wat betreft autofocus (AF). Voorbeelden van wanneer je het beste handmatig kunt scherpstellen: nachtopnamen, close-ups, zware voorgronden of meerdere onderwerpen.

In de meeste gevallen is autofocus (AF) de beste keuze. Er zijn verschillende soorten AF waaruit je kunt kiezen. Zo zijn er AF-C, AF-S en DMF. Wat zijn de verschillen daartussen?

AF-C
AF Continu. Kies je brandpunt, houd je ontspanknop half ingedrukt en het op dat moment scherpe object, blijft scherp. Dat is dus geweldig als je bewegende objecten, dieren of mensen fotografeert.

AF-S
AF single. Kies je focuspunt, zet het vast en bepaal dan pas je definitieve compositie door je camera te bewegen. Deze stand is zeer geschikt voor niet-bewegende objecten.

DMF / Full Time Manual Focus / AF+MF (afhankelijk van cameramerk)
Directe handmatige scherpstelling. Kies het scherpstelpunt, houd de ontspanknop half ingedrukt en stel scherp met de ring op de lens. Deze functie is beschikbaar voor Sony, Canon en Fuji. Bij andere merken kun je met de ring de scherpstelling aanpassen in de AF-modi. Hier is dus geen aparte stand voor nodig.

Gebruik de automatische belichtingsvergrendeling(AEL) als je je onderwerp zo wilt behouden, maar het kader wilt wijzigen.

Scherptediepte

Scherptediepte is de afstand tussen het verste en dichtstbijzijnde deel van de foto dat scherp is. Dus, hoeveel diepte wil je laten zien? Of moet alles scherp zijn? Aan jou de keuze! Speel met je afstand tot het onderwerp en de hoeveelheid zoom om de scherptediepte te beïnvloeden.

Waar moet ik op focussen?

De focus ligt meestal op het onderwerp. Enkele algemene ‘regels’:

  • Als je mensen of dieren vastlegt, zorg er dan voor dat de ogen scherp zijn.
  • Als je een landschap fotografeert, zorg dan voor een grotere scherptediepte, zodat er meer scherp is.
  • Zorg bij portretten voor een kleinere scherptediepte, zodat de achtergrond mooi onscherp is.
  • Als je meerdere onderwerpen hebt, zoals in een familieportret, zorg er dan voor dat ze allemaal scherp zijn.

Meer tips over hoe je het meeste uit je portretten haalt, lees je in dit artikel:


Hoe oefen je met focus?

Oefenen kan met elk onderwerp en onder welke omstandigheden dan ook. Maar als je jezelf een beetje wilt uitdagen, bereid dan een shoot voor met spelende kinderen, rijdende auto’s, een concert of een sportwedstrijd. Vooral in donkere situaties moet je ook alles weten over de belichtingsdriehoek.

Veel succes met het worden van de beste fotograaf (of gewoon een enthousiaste fotograaf, die goed genoeg is ;-))!

Facebook
Twitter
LinkedIn